Hoe propaganda ‘kwaliteitsnieuws’ wordt

XINJIANG DEEL II: De meest weerzinwekkende verhalen werden gepubliceerd over het lot van de Oeigoeren. Ze bleken alleen niet te kloppen.

Eind jaren ‘10, begin jaren ‘20 staan de kranten er vol mee: ‘zeker 1 miljoen Oeigoeren zitten vast’, zo weten de grote mediaorganisaties te melden. Ook zouden ze worden onderdrukt, gebruikt worden voor dwangarbeid, of regelrecht worden uitgeroeid. De meest weerzinwekkende verhalen werden gepubliceerd over het lot van de Oeigoeren. Ze bleken alleen niet te kloppen. Hoe komt het dat de grootste mediakanalen massaal een dergelijk eensgezind edoch volledig foutief verhaal vertellen?

DOOR KOOL P. BEIJAARD

Eind 2003 is de band tussen China en de Verenigde Staten aan de beterende hand. Die relatie had eerder de nodige knauwen gekregen. Dat kwam met name door het bombarderen van de Chinese ambassade in Joegoslavië. Ook het Hainanongeluk, waar een Chinees en een Amerikaans vliegtuig met elkaar in botsing kwamen in de buurt van het Chinese eiland Hainan was debet aan de oplopende spanningen. Bij het ongeluk kwam een piloot van de Chinese luchtmacht te overlijden.

Eind 2003 is de situatie aan de beterende hand. De empathische reactie van China op 9/11 komt daarbij van pas, net als China’s houding ten opzichte van Noord-Korea dat bezig is met het ontwikkelen van kernwapens. De Amerikaanse president George Bush reisde in zijn eerste dertien maanden als president van de VS twee keer af naar China. In oktober 2002 ontving Bush de Chinese president Jiang Zemin en zijn vrouw op zijn ranch in Texas. In juni 2003 ontmoette hij de nieuwe Chinese president Hu Jintao bij tijdens een bijeenkomst van de G8 in Frankrijk.

Enerzijds kan het hoge tempo waarin de presidenten van de twee landen elkaar troffen duiden op een goede relatie. Anderzijds kan het erop duiden dat tijdens de gesprekken niet de vorderingen werden gemaakt die wenselijk waren. Dat er niettemin sprake is van wantrouwen, werd duidelijk in 2004.

2004, een prima jaar

Zowel het Uyghur Human Rights Project, als het World Uyghur Congress en de Oost Turkestan Regering-in-ballingschap werden namelijk in dat jaar opgericht. Met name met die laatste groep, laat China weten niet blij te zijn. Toch duurt het een goede tien tot vijftien jaar tot de opgerichte groepen hun waarde bewijzen. Eerlijkheid duurt het langst, maar ook een goede leugen heeft zijn tijd nodig, zo zal blijken. Want wat is het nut van de in 2004 opgerichte organisaties? Het bieden van een ‘onafhankelijk’ aanspreekpunt inzake Xinjiang.

Let wel: onafhankelijkheid is nogal een eufemisme in deze context. De opgerichtte organisaties zijn noch financieel onafhankelijk – want ze worden gesteund door Amerikaanse inlichtingen, noch zijn ze ideologisch onafhankelijk, omdat ze het Amerikaanse en Westerse idee van democratie onderschrijven.

Het zal een cruciale stap zijn in het publicabel krijgen van teksten als ‘1 miljoen Oeigoeren in strafkampen’, of een variatie daarop.

Het is overigens niet zo dat er voor de eeuwwisseling geen aandacht was voor situatie in Xinjiang. Sporadisch wordt er aandacht aan besteed in de vorm van enkele enkele tientallen berichten verspreid over meerdere jaren. Onder meer het NRC publiceert in 1997 een artikel over Xinjiang. Dat doet het in gesprek met Erkin Alptekin, op dat moment vertegenwoordiger van de in Den Haag gevestigde Organisatie van Niet-Vertegenwoordigde Naties en Volkeren. 7 jaar later zou Alptekin samen met voormalig zakenvrouw Rebiya Kadeer aan de basis staan van het World Uyghur Congress.

De bloederige rellen van Urümqi

Het aantal publicaties met Xinjiang als onderwerp stijgt in de tweede helft van de jaren ‘00 zienderogen naar enkele honderden per jaar. In 2009 bereikt dat aantal een hoogtepunt naar aanleiding van seperatistische rellen in de hoofdstad van Xinjiang Urümqi, waar honderden doden vallen. Rebiya Kadeer vertolkt zowel bij de rellen zelf als bij de verslaggeving erover een belangrijke rol.

De rellen in Urümqi, de hoofdstad van Xinjiang, ontstonden uit een demonstratie die ontspoorde. Meer dan honderd Han-Chinezen en tientallen Oeigoeren werden vermoord door met messen bewapende seperatisten. De tendens in de verslaggeving is vooral dat rellen uiteindelijk te danken zijn aan Peking. Slechts sporadisch worden extremistische Oeigoeren daadwerkelijk ‘terroristen’ genoemd. De spanningen tussen de Han en de Oeigoeren worden systematisch uitvergroot en de verschillen worden structureel geduid als producten van beleidskeuzes in Peking.

Op zich begrijpelijke beslissingen. Wat alleen wel ontbreekt is de context waarin die spanningen ontstaan. China heeft sinds de oprichten van het Volksrepubliek in een niet eerder gezien tempo enorme economische en sociale ontwikkelingen doorgemaakt. Daar is ook de verhouding tussen de Han en de Oeigoeren aan onderhevig.

Het separatistische geweld werd volgens Chinese media georkestreerd door het World Uyghur Congress (WUC), destijds voorgezeten door diezelfde Kadeer. Kadeer is een zakenvrouw die in de jaren ‘80 en ‘90 profiteerde van de markthervormingen in China. Hoewel ze daarvoor aanvankelijk werd geprezen door de Communistische Partij, was de liefde niet wederzijds. In 1999 werd ze opgepakt wegens het doorsluizen van geld naar seperatistische groepen. In 2005 werd ze vrijgelaten wegens gezondheidsproblemen, daarna vluchtte ze naar de Verenigde Staten onder bescherming van minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice.1 In de VS werd onder haar leiding het WUC opgericht, de organisatie wordt gesponsord door het NED.*2 Hoewel Kadeer inmiddels geen voorzitter meer is van de organisatie, wordt ze nog steeds gezien als sleutelfiguur.

Welke seperatistische groepen Kadeer precies financierde is niet bekend. Maar de term ‘seperatistische groepen’ wijst in de richting van de organisaties die in de jaren ‘90 meerdere aanslagen pleegde in de regio: ETIM (tegenwoorden TIM genaamd). Dat staat voor de East Turkestan Islamic Movement en is een van de meest geweldadige van de seperatistische organisaties, waarvan het dodental naar schatting tot in meerdere honderden loopt.3 De organisatie kreeg in 2000 zo’n 300.000 dollar van de Taliban, nadat leider van ETIM Hasan Mahsum, of wel Abu-Mohammad al-Turkestani, contact had gelegd met Osama bin Laden.

Vanaf 2004 hoeven Oeigoer-organisaties überhaupt niet meer om geld verlegen te zitten. Het NED besteedde sinds dat jaar namelijk bijna 9 miljoen dollar aan verschillende organisaties die naar eigen zeggen opkomen voor de belangen van Oeigoeren. In datzelfde jaar werd ook de ‘Oost Turkestan Regering-in-ballingschap’ opgericht. De organisatie ziet zichzelf als de legitieme regering van Xinjiang. Op voorspraak van de zogenaamde regering-in-ballingschap, werd die andere organisatie: ETIM, door de VS van de lijst met terroristische organisaties gehaald.

Ook de Nederlandstalige pers heeft uitgebreid oog voor de rellen. Wat opvalt in die berichtgeving zijn vooral de zorgen die uitgesproken worden over de wijze waarop Peking omgaat met de daders. Rebiya Kadeer, wordt veelal aangehaald in de pers, en met haar, haar organisatie het World Uyghur Congress dat volgens de Chinese autoriteiten een spil was in de rellen, die georkestreerd leken.

Naar aanleiding van de rellen voelt ook Amnesty International zich geroepen haar perspectief te geven op de zaken.

Vraag is of een document over dit onderwerp met een dergelijke methodologie een rapport genoemd moet worden of een pamflet


Nul Han-Chinezen

Dat doet het met een rapport waar dezelfde Rebiya Kadeer meerdere malen wordt aangehaald. Zo deed Amnesty onderzoek naar de rellen door uitsluitend in het buitenland aanwezige Oeigoeren te interviewen. Een opmerkelijke keuze, ingegeven door het feit dat de NGO geen toegang heeft tot China. De ooggetuigen, ongeveer dertig, hadden niet geheel verrassend een andere lezing van de feiten. Zij verwijten het ontstaan van de rellen aan disproportioneel gewelddadig politieoptreden aan een tot dan vreedzame demonstratie. Waarom een aanzienlijk aantal demonstranten zichzelf voorziet van steek- en slagwapens bij een vreedzaam evenement, en zich uiteindelijk botviert, niet op politieagenten maar op burgers, te weten Han-Chinezen en gematigde Oeigoeren, wordt in het rapport niet uit de doeken gedaan.

De gekozen methodologie van het rapport, dat niet verrassend op de nodige media-aandacht kon rekenen, doet de vraag rijzen op het document de naam ‘rapport’ wel waardig is. Wie een dergelijke gebeurtenis onderzoekt zonder een voet binnen de landsgrenzen te zetten, zonder ook maar één Han-Chinees aan het woord te laten, maakt zeer bedenkelijke keuzes. Vraag is of een document over dit onderwerp met een dergelijke methodologie een rapport genoemd moet worden of een pamflet.

Niettemin werd het document samengesteld, gepubliceerd én besproken. Niet door de kwade intenties van Amnesty International of door kwade intenties van de krantenredacties, maar door het beschikbaar maken van bronnen die op het eerste gezicht authentiek en onafhankelijk zijn maar die altijd standpunten innemen die het Witte Huis goed uitkomen.

Inzet

Wat de inzet van het Amerikaans buitenlandbeleid precies is, werd luid en duidelijk uit de doeken gedaan in een Youtubevideo die in 2020 opdook van een toespraak van inmiddels gepensioneerd kolonel Lawrence Wilkerson. Behalve kolonel van het Amerikaanse leger, was Wilkerson een adviseur van Colin Powell toen deze minister van Buitenlandse zaken was onder president George Bush.

In een toespraak bij het Ron Paul Institute liet Wilkerson zich in 2018 onder meer het volgende ontvallen:

Well, the CIA would want to destabilize China and that would be the best way to do it. To foment unrest and join with those Uyghurs and pushing the Han-Chinese in Beijing from internal, rather than external places.”

Daarna voegt hij er nog aan toe:

“I’m not saying its going on right now. You didn’t hear that. But it is a possibility.”

Het filmpje waarop de hele toespraak staat, is te zien op de website van het Ron Paul Institute. Waarom het Witte Huis het magische getal van 1 miljoen onderdrukte Oeigoeren op de voorpagina’s van de kranten in het Westen wilde (en kreeg), wordt door Wilkerson luid en duidelijk uiteengezet.

Ook met het terugblik op de rellen in Urümqi in 2009 zijn de woorden van Wilkerson van belang. Westerse verslaggeving van die rellen doet lijken alsof de beschuldiging dat de rellen georkestreerd zijn door het WUC van Kadeer, uit de lucht gegrepen zijn: ideologische dubbelspraak, zo lijkt het. Uit de woorden van Wilkerson valt op te maken dat de beschuldigingen van de Chinese media aan het adres van Kadeer, volledig in het draaiboek van het Witte Huis passen.

Het zit de Amerikaanse tech-oligarchie blijkbaar niet lekker dat de CPC ze steevast de toegang tot de Chinese markt ontzegt


Australische denktank

Maar, alleen sukkels zetten al hun geld op één paard en Westerse extravagantie is er niet naar om al te behoudend om te gaan met alle mogelijkheden die de wereld verschaft: Enter ASPI.

ASPI is een ander bekende ‘onafhankelijke bron’, die niet onafhankelijk is. Volgens de Australische denktank werden in de laatste drie jaar in de Xinjiang-regio 380 ‘kampen’ zijn gebouwd. Bij de methodologie kunnen, zoals zo vaak vraagtekens worden geplaatst. De denktank trok de conclusies op basis van satellietbeelden. Het is echter aannemelijk dat de methodologie niet stond in het teken van waarheidsvinding, maar van het schrijven waar de opdrachtgever voor betaalt.

ASPI staat voor Australian Strategic Polici Institute en wordt gefinancierd door de Australische overheid, andere – vooral Westerse – overheden en het altijd vertrouwenwekkende ‘industry’. Denk daarbij vooral aan fabrikanten van oorlogsmaterieel zoals Lockheed Martin. Bovendien kunnen ‘onderzoeken’ op aanvraag worden gedaan. Bijvoorbeeld het onderzoek ‘Uyghurs for sale’, werd voor een kleine 20.000 dollar tenminste ten dele bekostigd door de Britse ambassade in China. Nederland liet voor eenzelfde bedrag het onderzoek ‘The party speaks for you’ doen. De VS lieten voor een miljoen dollar verschillende onderzoeken uitvoeren. Opvallend is dat behalve de wapenindustrie en Westerse overheden – de usual suspects – ook zo’n beetje heel Sillicon Valley aanwezig is in het lijstje sponsoren. Van Amazon en Facebook tot Google en Windows. Het zit de Amerikaanse tech-oligarchie blijkbaar niet lekker dat de CPC ze steevast de toegang tot de Chinese markt ontzegt.

Toch is het Australische ministerie van Defensie de belangrijkste financier van het instituut dat verspreid over vijf jaar met 20 miljoen dollar gespekt wordt. Interessant is het daarbij om de opdracht te zien die het instituut mee krijgt.


“Promote informed discourse and debate through quality research and discussion forums on Australian strategic and defence policy issues by creating and disseminating new insights, concepts, understandings and policy recommendations relevant to the Australian Government and the Department of Defence.”

En:

“Promote an international understanding of Australia’s strategic and defence policy perspectives.”

Opvallend genoeg geen woord over mensenrechten. Niettemin wordt het verhaal over de 380 ‘kampen’ breed opgepikt door de media. Voor veel mensen zouden de financiële banden van het instituut, en de opdracht die het instituut nadrukkelijk mee krijgt van zijn belangrijkste financier, aanleiding zijn om over ASPI spreken als een verlengstuk van de Australische regering. De onderzoeksjournalisten van Investico spreken echter van ‘experts’. Een interessante benaming voor auteurs van een onderzoek waarvan – zoals we hierboven zien – de uitkomst bij voorbaat al vaststaat.

De man van ‘1 miljoen’

‘Onderzoeker’, ‘antropoloog’, ‘ datawetenschapper’, ‘sinoloog’. De Duitser Adrian Zenz is van alle markten thuis, als we de kranten moeten geloven. Als we het hebben over Xinjiang, is de naam van de befaamde dan wel beruchte antropoloog/datawetenschapper/sinoloog/theoloog nooit ver weg. Het getal van 1 miljoen Oeigoeren die vast zouden zitten kwamen uit Zenz’ koker.4 Hoe de wetenschappelijke alleskunner bij dat getal komt? Door rekensommetjes toe te passen op getallen uit documenten waarvan de herkomst onbekend is. Zo schrijft Zenz over de herkomst van één van de bronnen:

A Uyghur exile media organization based in Istanbul published a table of re-education detainee figures for 69 counties in Xinjiang, reportedly leaked from a reliable source in the region’s public security agencies.

‘Naar verluid gelekt van een betrouwbare bron’? Als dat geen onweerlegbaar bewijs van de betrouwbaarheid is! De originele bron van Zenz was overigens een Japanse nieuwssite.

Wat zijn de andere bronnen die Zenz aanhaalt? Rapporten van Radio Free Asia, een door de VS bekostigd propagandamedium dat werd opgericht tijdens de Koude Oorlog. Wat hier gebeurt mag duidelijk zijn: ondubbelzinnige propaganda wordt witgewassen middels een academicus en een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift en violà: opeens ziet elk nieuwsmedium in de Westerse wereld zich genoodzaakt een totaal uit de lucht gegrepen cijfer aan haar publiek als waarheid te voeren: ‘1 miljoen Oeigoeren opgesloten’.

Spiraaltjes
Op een identieke manier ontstond er publieke verontwaardiging over een sterilisatiecampagne die de Chinese overheid zou uitvoeren op de Oeigoerpopulatie.

Waarschijnlijker is het, dat het verhaal wederom een fabricatie is van het Witte Huis. Want niet alleen onderschrijft het Witte Huis bijna woord voor woord het onderzoek van Adrian Zenz. Het onderzoek is gefinancierd door de conservatieve denktank de Jamestown Foundation, dat zich eerder bezighield met het verspreiden van ‘democratische boodschappen’ aan communistische landen in Europa.

Zenz’ rapport hangt aan elkaar van de opmerkelijke fouten. Global Times wijdde er een heel artikel aan. De 80 procent van de spiraaltjes die zouden worden gebruikt door Oeigoeren lijkt enkel mogelijk te zijn als Zenz de komma verkeerd heeft geplaatst. Omdat het werkelijke getal van 8,7 procent alleen zo in de buurt komt. van 80 in zijn laatste onderzoek hebben gemaakt. De auteur beweert namelijk dat 80 procent van de spiraaltjes die in China worden gebruikt, bestemd zijn voor Oeigoerse vrouwen. Ook wijst het medium erop dat Zenz’ vergeet te vermelden dat terwijl het aantal geboortes onder de Oeigoer afnamen, dat ook geldt voor de algehele Chinese bevolking.

Ondanks de onzorgvuldigheid van het onderzoek, werd het rapport breed uitgemeten in de media.


‘Buiten kijf’
Buiten het feit dat Zenz door de VS wordt gefinancierd, blijkt ook de onderzoeker zelf een zeer twijfelachtige motivatie en reputatie te hebben. De onderzoeker is namelijk bepaald geen betrouwbare, en zeker geen objectieve bron, zoals de onafhankelijke Amerikaanse nieuwssite Grayzone eerder aantoonde. Zenz is een fundamentalistische christen. Zo heeft hij te kennen gegeven “door God gestuurd te zijn om te vechten tegen het communisme”. Een bedenkelijke motivatie voor onze meesterwetenschapper. En ondanks alles schrijft Trouw dat Zenz onafhankelijk is, en dat zijn kennis over Xinjiang en Tibet desondanks ‘buiten kijf’ staat.5

Alleen staat Zenz kennis niet buiten kijf, evenmin als de wilde beweringen die hij doet.

Adrian Zenz’ onderzoeken worden een goede honderd keer aangehaald in de Nederlandstalige pers. Een enkele keer staat daar iets bij over zijn bedenkelijke reputatie, maar vaker wordt hij neutraal aangehaald als wetenschapper of onderzoeker. Zijn onderzoek over zogenaamde dwangarbeid in de katoenindustrie van Xinjiang – die voor 70 procent geautomatiseerd is, werd gepubliceerd in 2020. Het leverde meer dan dertig artikelen op in de dagbladen. Invloedrijke websites als NOS.nl en NU.nl zijn dan dus niet meegerekend.

Slechts één keer werd er in een mainstream krant vraagtekens geplaatst bij de journalistieke praktijk van gedachteloos aanhobbelen achter Zenz en enkele belangengroepen. In De Standaard schreef Giselle Nath onder meer:

Journalistiek gezien is de ‘methode-Zenz’ onbevredigend. Een beperkt empirisch bewijs gaat samen met grote claims (en een herhaling van oude claims). Neem de raming van 1 tot 2 miljoen Oeigoeren in detentiekampen. Zenz kwam met dat cijfer door detentiecijfers van enkele tientallen districten te extrapoleren naar de hele provincie. De districtcijfers bereikten hem via een groep Oeigoerse activisten. Na kritiek op die methode wordt het cijfer steeds minder aangehaald.”

Wat zo jammer is, is dat journalisten blijkbaar niet de prikkel hebben om de grotere situatie in ogenschouw te nemen

Zoveel media-aandacht

Vraag rest: waarom krijgen Zenz en ASPI zo disproportioneel veel media-aandacht, terwijl anderhalf decennium eerder er slechts minimale interesse was voor de regio Xinjiang. Het antwoord laat zich slechts raden. Het mag bekend zijn dat drama goed is voor de verkoop. Met de verkoop van een (niet bestaande) genocide wordt er een beroep gedaan op de al bestaande sentimenten over landen die niet afwijken van het Westerse bestuursmodel: de liberale democratie.

Wat ongetwijfeld ook meespeelt is de hoge werkdruk op veel redacties. Er moet veel geschreven en een spraakmakend rapport waarvan de kop eigenlijk zichzelf al schrijft doet het daarom goed. Omdat de verschillen tussen de ideologische posities van de meeste Nederlandstalige nieuwsredacties nihil dan wel niet-bestaand zijn, is er ook de angst om een dergelijk verhaal niet te brengen. ‘Het moet gebracht’, zodat lezers van een ‘volledig nieuwsaanbod’, worden voorzien. Van een vermeende genocides of andere soorten van onderdrukkingen moeten lezers sowieso op het hoogte worden gebracht – of die zich daadwerkelijk voltrekken of niet.

Een gevaarlijk precedent is het wel, omdat door de berichtgeving de term genocide aan inflatie onderhevig raakt. Je kan niet heel vaak iemand beschuldigen van de meest gruwelijk denkbare misdaad, zonder dat het waar is. Doe het nog één of twee keer en de volgende keer dat een krant of ander medium iemand van genocide beschuldigd, worden er de schouders over opgehaald.

Hier zijn media overigens niet de hoofdverantwoordelijken voor. Dat zijn de politici die een motie over de niet-bestaande genocide aannamen om maar voorop te lopen om China in diskrediet te brengen. Wat zo jammer is, is dat journalisten blijkbaar niet de prikkel hebben om de grotere situatie in ogenschouw te nemen. Om de meningen van andere landen en experts mee te nemen die ze niet aangereikt krijgen en zich vervolgens af te vragen: klopt dit wel?

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Donatie VolksRepubliek € -

1 Rapport: Xinjiang, Understanding Complexity, Building Peace. Eurispes, Istituto Diplomatico Internazionale. P16.

2 Een organisatie opgericht en gefinancierd door de CIA die gebruikt wordt om groepen te steunen in het destabiliseren van regeringen die door de Verenigde Staten als onwenselijk worden beschouwd.

3 Rapport: Xinjiang, Understanding Complexity, Building Peace. Eurispes, Istituto Diplomatico Internazionale. P15.

4 Adrian Zenz (2018): ‘Thoroughly reforming them towards a healthy heart attitude’: China’s political re-education campaign in Xinjiang, Central Asian Survey, DOI: 10.1080/02634937.2018.1507997

5 Zie: China sluit Oeigoerse kinderen op in kostscholen, zonder dat hun ouders dit weten – Trouw.nl – 5 juli 2019 / ‘Oeigoeren werken gedwongen als katoenplukker’ – Trouw – 16 december 2020

Hoofdbeeld
Een collage van één van de onderzoeken van Adrian Zenz, enkele media-uitingen over Xinjiang en een foto van Oeigoeren in wat een strafkamp zou zijn. In realiteit is het een gevangenis in de gemeente Luopu, in prefectuur Hotan in Xinjiang. Ze woonden een deradicaliseringsbijeenkomst bij.

Comments

Be the first to comment on this article

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven